Over zaaien, geduld en oogsten

Over zaaien, geduld en oogsten

De mier en de graankorrel.

Op een veldje lag dagen na de oogst een graankorrel.
De graankorrel wachtte op regen om in de aarde weg te zakken.
Het was zonnig en erg droog, het had tijden niet geregend.
De graankorrel werd wat ongeduldig.

Op een prachtige, warme dag kwam er een mier voorbij.
Hé graankorrel, jou neem ik mee, sprak de mier.
Het is nog lang geen winter, maar een voorraad voor de winter aanleggen is altijd verstandig.

De mier sjorde de graankorrel op haar rug en ging op huis aan.
Poe, wat was die graankorrel zwaar.
De mier moest er van hijgen.

Waarom leg je me niet neer, zei de graankorrel.
Ik ben er niet zo voor om deze winter door jou opgegeten te worden.
Ik ben bedoeld om uit te groeien tot een grote plant.

De mier ging er even bij zitten.
Ze wiste het zweet van haar voorhoofd.
Wat zeg je, graankorrel?
Denk je dat jij een grote plant wordt?
Inderdaad knikte de graankorrel.
Als je me hier op het veld laat liggen, dan zal ik je volgend jaar honderd graankorrels geven.

De mier krabde op haar hoofd.
Dat was wat: honderd korrels volgend jaar of nu in haar huisje één graankorrel.
Dat is zo’n beetje hetzelfde als wanneer je moeder of vader vraagt: wil je nu één dropje of wil je morgen een hele zak drop?
Wat kies je dan?
De mier wist het wel!
Ik kies voor honderd korrels, volgend jaar zei ze.
Afgesproken, zei de graankorrel.

Maar de mier snapte nog niet helemaal, hoe dat eigenlijk kon.
Graankorrel, leg me eens uit, hoe zit dat met die honderd korrels?
Dat is een geheim, luidde het antwoord, het geheim van het leven.

Mier, je moet een klein kuiltje in de grond graven en me daarin leggen.
Kom dan over een jaar terug en dan zul je wat zien.

De mier legde de graankorrel in het kuiltje en gooide wat aarde over de graankorrel heen.
Na een jaar kwam ze terug.
Ze kon haar ogen haast niet geloven.
Op het plekje stond een grote plant, vol graankorrels.
De mier ging de graankorrels tellen.
Ik geloof dat het bij achtentachtig was, dat ze de tel is kwijtgeraakt.
Mieren vinden net als sommige kinderen en grote mensen rekenen soms nog wel eens moeilijk.